Column: Money talks
Ik ben opgegroeid in een tijd dat in de Nieuwe Revu vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen portetten stonden van Wiegel (VVD), Den Uyl (PvdA) en Van Agt (CDA). Zij bepaalden het politieke landschap en verdeelden de macht. Het was duidelijk waar ze voor stonden: VVD voor economie en vrijheid van handelen voor mensen en ondernemingen, PvdA voor de arbeiders en hulpbehoevenden en CDA was een middenpartij met christelijke roots. De rest deed er niet toe.
CPN (voorloper van GroenLinks) werd gezien als een partij van communistische gekkies die nog steeds in Karl Marx geloven en D66 was toen al een elitair partijtje van ruimdenkende (ex-)studenten. De pacifisten bleken niet zo vredelievend en zijn ook opgegaan in GroenLinks. Het was ook duidelijk dat de progressieven (links) vooral geld wilden uitgeven en de conservatieven (rechts) geld wilden verdienen en sparen.
Het verschil tussen links en rechts is niet meer duidelijk
We zijn nu 40 jaar verder en het politieke landschap is compleet anders. Ten eerste hebben we een heleboel (nieuwe en afgesplitste) partijen met een eigen agenda (soms slechts op details afwijkend van hun grote broer). Ten tweede is het verschil tussen links en rechts niet meer duidelijk. Rechts is niet meer zuinig (VVD) en links staat niet meer voor de arbeider (GroenLinks/PvdA). We hebben sinds 2010 een redelijk linkse VVD, aangevuld met linkse partijen in de regering.
Wat mij opvalt is dat deze linkse regeringen veel meer bezig zijn met de macht van het geld dan ze doen vermoeden vanuit hun sociale en maatschappelijke dogma’s. (Veel) geld verdienen is een vies woord in deze kringen maar blijkbaar vinden ze wel dat je met (veel) geld mensen en bedrijven moet sturen. Dat dat geld dan eerst verdiend moet worden is blijkbaar niet relevant. Ik noem een paar voorbeelden.
Boeren worden uitgekocht met miljarden belastinggeld. Hiermee moet het milieu worden gered. Maatschappelijk verantwoorde maatregelen zijn dan blijkbaar niet nodig. Gewoon afkopen, als een rijke papa die zijn kinderen te veel verwent. Niet zeuren, je hebt nu geld en nou papa met rust laten. De emoties en ontwikkelingen van de kinderen doen er niet toe.
(Veel) geld verdienen is een vies woord
Dan hebben we de subsidiemaatregelen die steeds verzonnen worden. Dat gaat gepaard met het uitdelen van een hoop belastinggeld. Er worden heel mooie doelen beschreven waar de wereld alleen maar mooier van wordt. Dat een ondernemer vastloopt in het woud van subsidieregels en in opperste nood een adviseur inhuurt die 20% van het subsidiebedrag opstrijkt, heeft de overheid niet in de gaten. Ook onze complexe regelgeving belemmert veel innovaties. De overheid innoveert namelijk niet mee. Dat los je met geld niet op. Het lijkt een beetje op het voorgaande voorbeeld: je hebt toch geld kunnen krijgen dus wat zeur je nou?
Het derde en laatste voorbeeld heeft relatie met de toeslagenaffaire. Het gaat me dan niet om de affaire (die is al erg genoeg) maar de toeslagen. Allerlei onvolkomenheden in ons systeem (in dit geval ons belastingsysteem) worden gecorrigeerd met geld. Verpleegsters of schoolmeesters die hun werk niet meer goed kunnen doen door regeltjes en onnodig papierwerk worden het bos in gestuurd met een extra fooi of loonsverhoging terwijl het noodzakelijk is hun werkzaamheden beter te organiseren.
Ondernemers worden weggezet als geldwolven
Ik vind deze focus op geld een vreemde gewaarwording in zo’n links politiek landschap. Ondernemers worden weggezet als geldwolven die over de rug van hun personeel zo veel mogelijk geld willen verdienen. Big Agro wordt beticht van het kopen van politieke invloed door politici (meestal wordt dan BBB genoemd) te steunen. Je zou dan verwachten dat die kritische Kamerleden betere ideeën dan geld uitgeven zouden hebben voor verbeteringen in onze economie en maatschappij. Waarom wordt innovatie in de landbouw bijvoorbeeld niet gesteund?
Er liggen honderden voorbeeld met het bewijs dat het werkt en dat we in staat zijn problemen op te lossen in plaats van ervoor weg te lopen. Waarom is er geen oog voor de sociale cohesie in de provincies en buiten de grote steden? Dat hoeft geen geld te kosten maar behoeft vooral ruimte om dingen te doen zonder overheidsbemoeienis.
Ik hoop dat de nieuwe regering meer oogt heeft voor de manier waarop we onze welvaart opbouwen en een omgeving creëert waarin op een duurzame manier geld kan worden verdiend. Dat geld kunnen we dan inzetten om de armoede te bestrijden, goede zorg en onderwijs te organiseren en ons milieu te verbeteren. Niet door overal gratis geld uit te delen maar door te investeren. Misschien zelfs door meer belasting te heffen maar dan wel in een economie waar ook meer geld verdiend kan worden.
De overheid moet dan ook investeren in zichzelf. Want een economie en maatschappij kan niet duurzaam veranderen als haar overheid zich niet aanpast.