Extra histidine in varkensvoer
Betere vertering en minder emissie
In de zoektocht naar het verhogen van de verteerbaarheid streeft Voergroep Zuid continu naar het nauwkeuriger formuleren van varkensvoeders. “We speuren daarbij naar nieuwe methoden én ingrediënten om voer mee samen te stellen”, vertelt vleesvarkensnutritionist Ronald van Kol. Het verhogen van de verteerbaarheid draagt volgens hem niet alleen bij aan de voerbenutting, maar ook aan het beperken van de CO2- en stikstof-uitstoot. Van Kol: “Dit is wellicht nú nog geen thema in de uitbetaling van vleesvarkens, maar alles wijst erop dat het dit in de toekomst wel gaat worden!”
Om een hogere verteerbaarheid van voereiwit te bereiken, is het zo goed mogelijk afstemmen van het aminozuurpatroon op de exacte behoefte van het varken essentieel. Hoe beter dit lukt, hoe lager het eiwitgehalte in voer en daarmee waarschijnlijk ook de stikstofuitstoot. Reden genoeg om samen met Vion en CJ Bio het effect van het extra histidine in het voer te bestuderen.
Bekend uit aquacultuur
Het aminozuur histidine is bekend uit de aquacultuur, waar het bijvoorbeeld gebruikt wordt als voeding voor kweekzalm, ook draagt het onder andere bij aan de vorming van spierweefsel. Uit eerder onderzoek en beschikbare literatuur blijkt ook dat er een positief effect is op de vleeskwaliteit. Van Kol: “Omdat het eiwitgehalte van voer de afgelopen jaren een dalende lijn vertoont, wilden wij graag het effect van het toevoegen van dit aminozuur weten.”
Minder dripverlies
De proefresultaten lieten een duidelijk effect zien op de vleesaanzet. Het mager vlees gehalte van de proefgroep was significant hoger dan van de controlegroep. De spekdikte was juist significant lager. “Het was best verrassend dat zo’n kleine hoeveelheid histidine zoveel effect had op de vlees- en vetaanzet”, geeft Van Kol aan. Ook bij de analyse van de vleeskwaliteit kwamen er volgens hem significante verschillen naar voren. De pH-waarde van het vlees was hoger en er was numeriek minder dripverlies. “Zo levert deze proef interessante kennis die kan worden ingezet bij het formuleren van de varkensvoeders van de toekomst”, concludeert nutritionist Van Kol.