Varkenshouder Krüs baalt van laat transport kadavers na stalbrand Didam

Krüs baalt ervan dat het zo lang duurde. „Naast alle ellende die het geeft, zit mij dit behoorlijk dwars. De mensen die aan het opruimen zijn, vertelden mij ook dat ze bij bijna iedere stalbrand tegen dit probleem aanlopen", zegt hij tegen dagblad de Gelderlander.

Onder meer wethouder Wim Sinderdinck en het LTO (Land- en Tuindbouw Organisatie Nederland) zijn druk bezig geweest om het snel te regelen. „Maar blijkbaar was dat niet te doen", zegt de varkenshouder twee dagen na de brand tegen de Gelderlander.

NVWA gaf geen toestemming

Het duurde volgens Krüs lang voordat het transport op gang kwam, doordat de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) geen toestemming gaf. „Het ligt enkel en alleen aan de NVWA. We hebben de hele nacht doorgewerkt om die dieren eruit te halen." De dieren worden door grote grijparmen in ongeveer twintig containers geladen die bij Krüs op het terrein staan. Het verbrande materiaal en de kadavers worden zoveel mogelijk gescheiden van elkaar.

Het is volgens Krüs erg belangrijk dat de dieren op tijd weggehaald worden. „Anders loopt de volksgezondheid volgens mij gevaar. Met deze temperaturen is de stank dan ook echt niet te harden."

Naar aparte stortplaats

De NVWA laat weten dat er inmiddels toestemming is gegeven voor het transport van de kadavers. „De kadavers zijn vermengd met puin en ander materiaal. Daarom moeten ze door het verwerkingsbedrijf Rendac naar een aparte stortplaats worden afgevoerd." Bij de normale afvoer van dode dieren heeft Rendac geen toestemming nodig van de NVWA. De 2.500 varkens en het puin worden in het Noord-Gelderse Wilp begraven.

Een woordvoerder van de gemeente laat weten dat er donderdagochtend nog door wethouder Wim Sinderdinck is geprobeerd om vaart achter het transport te zetten. „Het moest voor twaalf uur geregeld zijn. Dat is gelukt."