Utrecht wil af van intensieve veehouderij
Dat staat in een adviesrapport van provincie Utrecht waarin geschetst wordt hoe het boerenbedrijf in Utrecht er in 2050 uit zou moeten zien. Bedrijven die overblijven maken geen gebruik van grondstoffen en voedsel van buitenaf, mest blijft in de eigen regio en de uitstoot van ammoniak en fijnstof moet flink ingeperkt worden. De bedrijven zijn ‘zelfvoorzienend’. Provinciale Staten moeten zich nog uitspreken over het plan.
650 bedrijven weg
De intensieve veehouderij maakt nu nog 5 procent uit van de landbouwbedrijven op het grondgebied van de provincie. Tot het jaar 2030 verdwijnen in de provincie zo’n 650 van de 2.500 landbouwbedrijven. De provincie vindt dat de kracht van de Utrechtse boerenbedrijven in de menselijke maat ligt. Het gezinsbedrijf is het uitgangspunt en dus niet de grote bedrijven met veel (slacht)dieren.
Tegenstrijdigheden
De Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) vindt dat het plan vol tegenstrijdigheden staat. De gebiedscoöperatie wil toe naar een circulaire landbouw (reststromen nuttig inzetten), grondgebonden landbouw, mestverwerking voor hoogwaardige producten en geen intensieve veehouderij.
POV-voorzitter Ingrid Jansen heeft erop gewezen dat de varkenshouderij een belangrijke rol vervult in de circulaire landbouw. Immers varkens zijn bij uitstek geschikt voor de ‘verwerking’ van reststromen. Daarbij heeft zij erop gewezen dat er te gemakkelijk plannen worden bedacht die niet werkbaar en uitvoerbaar zijn vanwege de wet- en regelgeving.