Biobed-luchtfilter moet varkensstank gaan verdrijven
Volgens recent onderzoek zijn luchtwassers nog niet half zo effectief in geurreductie als tijdens de registratie. Reden voor de overheid om een groot aantal traditionele luchtwassers terug te verwijzen naar de tekentafel. Waarschijnlijk is het laatste woord hierover nog niet gesproken. Als de voortekenen niet bedriegen heeft Nederland er binnenkort qua luchtwassing een nieuw systeem bij. Een innovatie die wel aan de eisen voldoet.
Nieuw systeem
Biobed-luchtfilters voor geurvermindering zijn in de industrie gemeengoed, maar in de varkens- en pluimveehouderij kennen we ze nog niet. Jan Waayer werkte lang aan zijn biobed-luchtfiltratie. Volgens het laatste rapport van het geaccrediteerde bedrijf Tauw beperkt het systeem fijnstof (100 procent), geur (97 procent ) en na een laatste aanpassing ammoniak en schimmels en bacteriën voor 99 procent. En ook op lachgas (N2O) scoort het biobed-luchtfilter volgens Jan Waayen goed.
Vele metingen
De ontwikkelaar vertelt dat hij in aanraking kwam met dit systeem in Duitsland en dat hij aanvankelijk een paar filters heeft laten beproeven: „Maar die voldeden niet. Ik heb contact gezocht met de WUR en op basis van adviezen een aantal aanpassingen gedaan. Zo moest ik het biobed beter bevochtigen en we hebben daartoe sensoren geïnstalleerd.” Ruim een jaar geleden startte de uiteindelijke test van het systeem en Tauw schreef er een testrapport over. Er moesten in een jaar tijd onder meer zes ammoniak-, geur en fijnstofmetingen gedaan worden. En qua lachgas, dat een broeikasgas is, zijn daarnaast elke veertien dagen metingen gedaan. In totaal 26 keer.
Geen spuiwater
Sinds kort ligt de luchtwassingsinnovatie gericht op de varkenshouderij op tafel bij de RVO. Jan Waayer toont zich positief over de kans op succes. Over de werking wil hij het volgende kwijt: „De lucht wordt met ventilatoren in het BioAir®-luchtfilter geblazen. Daar komt het terug in de drukkamer, waar de lucht gelijkmatig over het filter verdeeld wordt. De vuile lucht gaat vervolgens door een laag van houtsnippers. In deze snippers worden speciaal ontwikkelde en gepatenteerde enzymen uitgezet. Door deze massa vochtig te houden, gedijen deze enzymen optimaal en halen zij storende elementen als stof, stank en ammoniak uit de ventilatielucht. Het biologische luchtfilter vraagt weinig tot geen onderhoud. Eens per jaar moeten er enige houtsnippers bijgevuld worden. Het bijzondere is dat het filter ook geen afvalproducten kent zoals spuiwater.”
De onderhoudskosten zijn volgens Waayer bijzonder laag. Pompen om water te laten circuleren ontbreken. Ook zijn de aanschafkosten volgens hem ‘zeer laag’, waarmee er met deze vorm van biologische luchtfiltratie grote toekomstmogelijkheden op de Nederlandse markt zijn.