Meer stoppers dan budget in varkenshouderij: 'Hevel opkoopbudget over'
Om de stikstofuitstoot terug te dringen heeft de overheid twee opkoopregelingen opengesteld. De ene is de Lbv-plus voor piekbelasters. Dit zijn veehouderijlocaties die de meeste belasting op Natura 2000-gebieden veroorzaken. De andere is de Lbv, voor veehouderijlocaties die boven een drempelwaarde qua belasting op een nabijgelegen Natura 2000-gebied uitkomen.
Deelnemers aan de Lbv-plus ontvangen een marktconforme vergoeding voor de productierechten en een 20 procent hogere vergoeding voor hun stallen dan de deelnemers aan de Lbv.
Budget ontoereikend
Het budget voor de Lbv is 500 miljoen euro. Dit bedrag is verdeeld over drie sectoren: voor de varkenshouderij is er 115 miljoen, voor de pluimveehouderij 115 miljoen, en voor de melkveehouderij 270 miljoen euro. Agrariërs die willen deelnemen kunnen zich nog tot 1 december melden.
Per 25 oktober hebben zich 668 veehouderijlocaties aangemeld , waarvan tweederde voor de Lbv-plus en een derde voor de Lbv. De animo is met 303 aanmeldingen het grootst onder varkenshouders. Als van de varkenshouders een derde deelneemt aan de Lbv dan zijn dat 105 deelnemers. Op basis van gegevens die varkenshouders ingevuld hebben bij DLV Advies is een varkenslocatie van een gemiddelde deelnemer aan de Lbv inclusief varkensrechten 2 miljoen euro waard. Het budget van 115 miljoen biedt dus maar plaats voor een kleine zestig varkenshouders.
„Wanneer veel varkenshouders niet kunnen deelnemen omdat het budget niet toereikend is, zal ook de stikstofwinst beperkt zijn”, zegt DLV-adviseur Marco Hol. „Als varkenshouders niet deel kunnen nemen, zullen ze in veel gevallen hun bedrijf voortzetten.” Volgens Hol is het budget voor de stoppersregelingen voldoende, maar doordat er schotten in zitten, is er te weinig budget voor de varkenshhouderij. Hol roept het kabinet op om budget bedoeld voor andere veehouderijsectoren vrij te maken voor varkenshouders die hun bedrijf willen beëindigen.