Limburg wil 85 procent reductie ammoniak
Ook de biologische varkenshouders ontkomen niet aan maatregelen. Daarvoor geldt een reductie-eis van 40 procent. Samen met de reductie die in de andere veehouderijsectoren worden opgelegd, hoopt de provincie de uitstoot in 2030 met deze verordening gehalveerd te hebben ten opzichte van 2008/2010.
Overgangsregeling
Voor bedrijven die in de maanden vóór de inwerkingtreding van de verordening gewerkt hebben aan de realisatie van een nieuwe stal en hiervoor een aanvraag in behandeling hebben of hadden, is een overgangsregeling van toepassing. Deze nieuwe stallen waarvoor een vergunning is aangevraagd of verleend voor 23 juli 2010 hoeven niet aan de staleisen te voldoen. Voor nieuwe stallen waar het geen varkens of kippen betreft geldt dat, indien de vergunningaanvraag is ingediend of de vergunning is verleend voor de datum inwerkingtreding van de verordening dat niet aan de staleisen uit de bijlage voldaan hoeft te worden
De verordening ligt gedurende zes weken ter inzage waarna deze vervolgens definitief wordt vastgesteld.
Eisen uitgesplitst naar diersoort
diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)
hokoppervlak maximaal 0,35 m² - reductie 85% uitstoot 0,09 kg NH3 per dierplaats per jaar
hokoppervlak groter dan 0,35 m² - 85% - uitstoot 0,11
biologische varkenshouderij - 40% - 0,75
diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) - 85% - uitstoot 1,25
biologische varkenshouderij - 40% - uitstoot 8,3
diercategorie guste en dragende zeugen - 85% - uitstoot 0,63
biologische varkenshouderij - 40% - uitstoot 4,2
diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder - 85% - uitstoot 0,83
biologische varkenshouderij - 40% - uitstoot 5,5
diercategorie vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking
hokoppervlak maximaal 0,8 m² - 85% - uitstoot 0,38
hokoppervlak groter dan 0,8 m² - 85% - uitstoot 0,53
biologische varkenshouderij - 40% - uitstoot 3,5