Listen to your farm
Op dinsdag 31 oktober vond de derde dag van de studiereeks plaats. In de middag werd onder begeleiding van Movaeres ingezoomd op leiderschapsthema’s. Aan de hand van een praktische workshop stonden de 4 A’s centraal. “Aandacht, Afstemmen, Afspreken en Aanspreken. Als we het hebben over “Listen to your farm”, dan kun je dat dus ook projecteren op het samenwerken met personeel.
Monitoring begint met een doel
Maar “Listen to your farm” is veel breder dan dat. Het gaat ook over monitoring. Oftewel “Toezicht houden”, aldus dierenarts Lydie van den Crommenacker-Konings. Om het juiste spoor te kiezen voor big, bedrijf en boer, is monitoring essentieel. Maar monitoring begint met het stellen van een doel. Zo kan het worden ingezet om het effect van een vaccinatie te evalueren, maar ook als beloning voor het personeel. “Denk bijvoorbeeld aan een reeks PRRS negatieve uitslagen, na wijzigingen in management op gebied van interne bioveiligheid. Met monitoring kan je inzichtelijk maken dat de maatregelen effect hebben”, aldus Lydie.
De kracht van monitoring zit vooral in het regelmatig herhalen. Lydie geeft aan dat: “als je weet wat normaal is op je bedrijf, kun je vroegtijdig zien wat een afwijking is en dus ook eerder ingrijpen”. Monitoring kan op aanwezigheid van dierziekten, maar ook op parameters als wateropname, voeropname, technische resultaten zoals groei, etc.
Griep waait niet zomaar van bedrijf naar bedrijf
Dierenarts Diedrich Hendricks gaat in op monitoring van Griep en PRRS aan de hand van twee casussen. Kijk je naar antistoffen met bloedonderzoek (serologie) of ga je zoeken naar de kiem (PCR). Dit is afhankelijk van je bedrijf en de vraag die je wil beantwoorden met je onderzoek. Diedrich heeft met zijn griep onderzoek ook wel eens breder in de regio gekeken. “Wat je dan ziet is dat er vaak verschillende griepstammen worden gevonden op bedrijven die naast elkaar liggen. Griep waait dus niet zomaar over van bedrijf naar bedrijf. Het heeft ons geleerd dat je griep vooral in het eigen bedrijf moet aanpakken”.
Mycoplasma infectiedynamiek staat centraal in het verhaal van dierenarts Wouter van Herten. “Na infectie kan het wel 220 dagen duren, voordat een zeug weer negatief is. Het is dus essentieel om tijdig te beginnen met adaptatie”. Ervaring leert dat gelten vaak te weinig weerstand hebben als ze ingevoerd worden. Risico is groot dat ze dan toch nog Mycoplasma oppikken van de zeugen na introductie in de zeugenstal. Vervolgens kan dat ook weer terugslaan naar de zeugen. En het gevolg? “Acht maanden later zie je problemen in de vleesvarkensfase”, aldus Wouter.
Als het gaat om longgezondheid is slachtlijnonderzoek ook een tool om te monitoren. Ook dat draagt bij aan “Listen to your farm”. Dierenarts Lydie van de Crommenacker-Konings geeft aan dat er een duidelijk verband is tussen longscores en groei. “Hoe gezonder de longen, hoe hoger de groei”. Dat is naar voren gekomen op een bedrijf met 4 verschillende locaties, waar voeding, genetica, vaccinaties etc. gelijk waren. Op twee locaties was zelfs de dierverzorger hetzelfde. Toch zagen ze wisselende prestaties over de locaties. “Dit was te herleiden naar de longgezondheid”, aldus Lydie.
“Ondanks een typisch beeld van een probleem in de stal, is het toch belangrijk om goed onderzoek te doen om een juiste diagnose te stellen”, stelt dierenarts Maurice Moonen. “Bij fietsende biggen denkt iedereen al gauw aan Streptococcen, dit is pas met zekerheid te zeggen na gedegen onderzoek”.
In één oogopslag zien of er meer hoest is
Martijn Steenaert, dierenarts bij Boehringer Ingelheim, neemt het wel heel letterlijk met “Listen to your farm”. Hij gaat in op de mogelijkheden van sensortechnologie om hoest tijdig op te sporen bij gespeende biggen of vleesvarkens met SoundTalks. “Sensoren zijn beter dan het oog van de dierverzorger”, geeft Martijn aan met een knipoog. “Je kunt er gebruik van maken”. Uit onderzoek is gebleken dat dieren met meer hoestalarmen tijdens de ronde ook minder hard groeien in de vleesvarkensfase. SoundTalks biedt hulp om in één oogopslag bij het binnenlopen van een afdeling te zien of er meer hoest is. Resultaat daarvan is dat dierverzorgers in zo’n afdeling vaak meer tijd nemen voor hun controle. Na een interventie in overleg met de dierenarts, kunnen meer en langdurige problemen vaak voorkomen worden.
Vroeg waarnemen is snel ingrijpen en minder problemen. Monitoring is daarin essentieel evenals een goede samenwerking en duidelijke communicatie met de medewerker. Dus: “Listen to your farm!”