Handelaren bellen voor mest
„We constateren inderdaad dat varkenshouders anders dan in andere jaren eerder worden gebeld”, zegt Willy Wolfkamp. „Er is een evenwicht dat dreigt naar een mesttekort. Een aantal varkenshouders zet hun mest nog niet af en wacht op lagere prijzen. Mesthandelaren willen daarom nu voldoende kubieke meters mest vastleggen en bellen. Waar we voorgaande jaren meer marge in het mestaanbod zagen, is er nu minder mest beschikbaar. De prijzen voor mestafzet worden ook steeds lager. De akkerbouwer ontvangt nu nog twee euro en het kan heel goed mogelijk zijn dat hij over een niet al te lange tijd niets meer ontvangt of zelfs moet betalen. Als de mestverwerking verplicht wordt gesteld, zal dat zeker een impuls geven aan lagere mestafzetkosten voor de varkenshouder.”
Mestaanbod
Het mestaanbod kan dan volgens Wolfkamp zomaar met 10 procent verminderen en akkerbouwers moeten zich dan actiever op de mestmarkt begeven. „Was het voorheen zo dat de varkenshouder de akkerbouwer moest opzoeken; straks is dat andersom.” De akkerbouwgrond verschraalt en dat zorgt in de visie van Wolfskamp ervoor dat akkerbouwers meer mest willen hebben om de vruchtbaarheid te verbeteren.
Hopen op lagere prijzen
Mesthandelaren vinden de conclusies, dat er minder mest is, voorbarig. Er is naar hun oordeel op dit moment geen goed zicht op de mestmarkt. Volgens hen is het aantal varkens hetzelfde als in 2011 en is de export en mestverwerking niet wezenlijk groter dan in voorgaande jaren. Zij denken daarom dat het merendeel van de varkenshouders hun mest vasthoudt en ruimschoots voldoende opslag heeft om dat te doen.
Lagere prijzen
Varkenshouders hopen op nog lagere prijzen; mede omdat velen onvoldoende financiële ruimte hebben om de afzetkosten te betalen. Ondertussen bieden mesthandelaren het transport soms voor lagere prijzen aan. Wolfkamp geeft het advies aan varkenshouders niet te lang te wachten en hun mest in gedeelten af te zetten om het risico te spreiden.