Verhoogd colistinegebruik varkenshouderij vraagt om meer samenwerking
Het ministerie van LNV gaf Wageningen Livestock Research de opdracht om onderzoek uit te voeren naar achterliggende redenen van de toename in het colistinegebruik in de varkenshouderij en leghennensector en mogelijkheden om dit gebruik te verminderen. Colistine wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezien als ‘Highly Prioritized Critically Important Antimicrobial’ voor de humane gezondheidszorg en het toepassen van colistine staat daarom in de diergeneeskunde onder druk.
Samenwerking dierenartsen
Binnen de varkens- en pluimveehouderij kan worden gewerkt aan meer bewustwording wanneer dierenartsen van verschillende praktijken een team vormen voor overleg over antibioticagebruik. In een onderzoek van Wageningen Universiteit & Research in samenwerking met Royal GD, is gekeken hoe deze en andere oplossingsrichtingen kunnen bijdragen aan een reductie in colistinegebruik in de varkenshouderij en pluimveehouderij.
Gespeende biggen
Landelijk gezien vind het hoogste colistinegebruik plaats bij de gespeende biggen, met name op gespecialiseerde speenbiggenbedrijven, waarbij de belangrijkste oorzaak ‘speendiarree’ is. Het hoge colistinegebruik wordt vaker gevonden op bedrijven met een hoog overall antibioticumgebruik dan op bedrijven met een laag gebruik.
Hoewel er veel minder colistine bij de zuigende biggen ingezet wordt, is er zorg voor grote welzijnsproblemen bij deze diercategorie wanneer inzet van colistine niet meer (of zeer moeilijk) mogelijk is. Neonatale diarree komt regelmatig voor en kenmerkt zich door een snel verlopend ziektebeeld met hoog risico op veel uitval. Dit vraagt om een behandeling die snel goed effect heeft zoals colistine.
Handelingsperspectieven varkenshouders
De belangrijkste handelingsperspectieven om het colistinegebruik in met name gespeende biggen te verminderen waren volgens het onderzoek het invullen van de randvoorwaarden voor een goed speenproces en een optimaal voermanagement. Daarnaast werden er door de dierenartsen twee factoren geïdentificeerd die in hoge mate invloed hebben op het voorkomen van speendiarree: speenleeftijd en management rondom het spenen en het voermanagement. De zogenoemde randvoorwaarden voor een gezonde speenbig op orde zijn, zoals hygiëne, klimaat, biestmanagement en watermanagement.
Vooral de voersamenstelling werd door de deelnemers gezien als een ‘black box’, waardoor geadviseerd werd om de dialoog tussen dierenarts en veevoerbranche te optimaliseren om zo tot concrete acties en oplossingen te komen. Beïnvloeding van het microbioom ter preventie van colistine inzet wordt op dit moment door experts als te complex gezien voor praktisch gebruik.
Breder draagvlak
Door het koppelen van colistine-gebruikgegevens met meer aanvullende bedrijfsgegevens zoals speenleeftijd, bedrijfsgrootte, bedrijfssysteem (week- of meerwekensysteem) en ras/genetische achtergrond, kunnen ‘risico’ bedrijven mogelijk beter te identificeren zijn.
Deze kennis in combinatie met een open communicatie tussen varkenshouders onderling en in combinatie met dierenartsen over het gebruik van colistine en de bijbehorende kennis (zoals de status van colistine en waarom het gebruik van dit middel beperkt dient te worden) zouden bij kunnen dragen aan een breder draagvlak om minder colistine in te zetten.
Dierenartsen benadrukten tijdens het onderzoek wel het belang om colistine – als snel werkend, effectief antibioticum bij geboortediarree – beschikbaar te houden, om zo welzijnsproblemen te voorkomen bij de zuigende biggen.
Colistinegebruik in pluimveehouderij
Het colistinegebruik in de Nederlandse leghennensector is na een stijging in de periode 2016-2019, in 2020 en 2021 en 2022 fors gedaald. Een verdere verlaging en streven naar nul gebruik is volgens de onderzoekers wenselijk. Voor de behandeling en preventie van E. coli infecties worden volgens de onderzoekers diverse opties benoemd. Details en wetenschappelijke gegevens over effectiviteit ontbreken echter veelal. De onderzoekers geven derhalve het advies om te focussen op onderzoek naar risicofactoren voor E. coli uitbraken en effectiviteit van alternatieven en vaccins voor E. coli problemen bij leghennen.
De pluimveesector en -dierenartsen hebben de afgelopen jaren ingezet op onderzoek en bewustwording omtrent het gebruik van colistine. Uit het onderzoek bleek dat de effectiviteit van behandelingen met colistine geregeld te wensen over liet. Met behulp van bewustwording, aangepaste verbeterplannen, aanpassingen aan de benchmarkrapporten en een aangepast formularium is het gebruik van colistine fors gedaald in de legsector. Gezien de dalende trend is het wenselijk om het colistine gebruik onder de aandacht van zowel veehouders als dierenartsen te blijven houden.