NVWA onderzoekt 200 vleesvarkensbedrijven op mogelijke ziekteverwekkers
Dieren in de veehouderij kunnen ziekteverwekkers bij zich dragen waar mensen ziek van kunnen worden. De EU verplicht elke lidstaat te onderzoeken hoe vaak dergelijke ziekteverwerkers bij mensen en dieren voorkomen en hoe vaak ze in dierlijke producten zitten. In dat kader onderzoeken in Nederland de NVWA en het RIVM elk jaar een andere diersoort. In 2024 en 2025 worden 200 bedrijven bezocht die vleesvarkens houden.
Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het ene deel wordt in beeld gebracht welke ziekteverwekkers bij vleesvarkens voorkomen. In het andere deel wordt onderzocht of de ziekteverwekkers ook voorkomen bij mensen die met de dieren werken en hun gezinsleden. Alle gegevens worden anoniem verwerkt. Aan het eind van het onderzoek en de analyse krijgt elke deelnemer een samenvatting. De geselecteerde bedrijven zijn verplicht om hieraan mee te doen.
Verzamelen
De inspecteur verzamelt op de bedrijven mestmonsters, stofmonsters via veegdoekjes en speekselmonsters met behulp van een kauwtouw bij varkens vanaf de leeftijd van 4 maanden. Ook worden er monsters genomen van het voer en het drinkwater van de varkens. Verder vult de deelnemer samen met de inspecteur een vragenlijst in over het bedrijf. Laboratoriumonderzoek moet uitwijzen of in de mestmonsters Campylobacter, Clostridioides difficile, ESBL-producerende bacteriën, hepatitis-E virus, Salmonella, STEC of Yersinia aanwezig zijn In de stofmonsters vindt onderzoek plaats naar MRSA en in het speekselmonster wordt onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van Streptococcus suis. In de voer en watermonsters wordt gekeken naar Salmonella. Ook een onderzoek op basis van een ontlastingsmonster en een neusswab maakt deel uit van het onderzoek. Dat onderzoek is gericht op Campylobacter, Clostridioides difficile, ESBL-producerende bacteriën, hepatitis-E virus, MRSA, Salmonella, STEC, Streptococcus suis en Yersinia. Het RIVM onderstreept dat de resultaten van deze onderzoeken géén consequenties hebben voor de onderzochte dieren of het bedrijf.
Humaan onderzoek
Het RIVM vraagt varkenshouders en hun gezinsleden en medewerkers ouder dan 18 jaar om (vrijwillig) deel te nemen aan het humane onderzoek. In dit deel van het onderzoek wordt gekeken of de onderzochte ziekteverwekkers ook bij de mensen op het bedrijf voorkomen. Ze worden gevraagd om een vragenlijst in te vullen. De vragen gaan onder andere over de werkzaamheden op het bedrijf, de aanwezigheid van huisdieren en de eigen gezondheid.