Minister Adema stelt brandveiligheidskeuringen stallen verplicht
De keuring gaat gelden voor melkvee, vleeskalveren, melkgeiten, vleesvarkens, zeugen, legkippen, vleeskuikens, konijnen, eenden en kalkoenen. In een later stadium volgt mogelijk uitbreiding naar meer diercategoriën.
De jaarlijkse keuring wordt later (binnen twee jaar) ingevoerd, er moet nog een keuringsschema worden opgetuigd. Volgens Adema gaat er van de verplichte keuringen een preventieve werking uit om stalbranden te voorkomen. 'Bij de stalbranden waarvan de oorzaak achterhaald is, blijkt dat de meeste branden onstaan door defecte elektrische apparaten en kortsluiting', schrijft de LNV-minister in zijn brief.
Voorkomen
Adema hoopt ook dat door de keuringen de bewustwording onder veehouders wordt vergroot, doordat er meer inzicht komt in de brandrisico's. 'Veehouders kunnen hierdoor bewustere keuzes maken en zo het ontstaan van een stalbrand zo veel mogelijk voorkomen.'
In de wet wordt een herstelverplichting opgenomen. Op het moment dat er gebreken aan installaties worden geconstateerd, moet een veehouder dit 'binnen redelijke termijn' oplossen. Keuringsbedrijven krijgen te maken met eisen en een schema die ze moeten gebruiken. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kan in een uiterste geval dwangsommen opleggen.
Grote veehouderijen
Grotere veehouderijen (in totaal 4.185 bedrijven) krijgen te maken met strengere eisen. In plaats van een maal per vijf jaar moet er per drie jaar een uitgebreide keuring plaatsvinden, van onder meer de zonnestroominstallatie. Dat komt bovenop de jaarlijkse keuring. Adema redeneert dat op deze bedrijven bij een stalbrand meer kans is op meer 'dodelijke dierlijke slachtoffers'.
Voor het aanwijzen van grotere veehouderijen is een methode van de WUR gebruikt: melkvee >175, vleeskalveren >1000, melkgeiten >500, vleesvarkens >2500, zeugen >500, legkippen >50.000 en vleeskuikens >100.000. Het gaat veehouders enkele duizenden euro's per jaar kosten. Adema: 'Deze kosten worden proportioneel geacht'.