530 varkenshouders schrijven in voor stoppersregelingen
Ook sinds het eind van 2023 stijgt het aantal aanvragen van veehouders voor Lbv en Lbv-plus gestaag. Had RVO op 20 oktober 644 aanvragen ontvangen, sinds 10 januari 2024 is dat aantal bijna verdubbeld tot 1.256. Van de 530 aanvragende varkenshouders is het merendeel gevestigd in Brabant (162) gevolgd door Limburg (136), Gelderland (102) en Overijssel (81). Verder zijn er bij de RVO aanvragen binnengekomen van 16 varkenshouderijen in Drenthe, 9 in Zeeland, 5 in Flevoland, 6 in Friesland, 6 in Utrecht en 4 in Groningen en 3 uit Zuid-Holland. Uit Noord-Holland heeft zich als enige provincie nog geen varkensbedrijf gemeld. Dat meldt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in haar actueel overzicht dat ze per 10 januari 2024 heeft gepubliceerd.
Weinig aanvragen
In Zuid-Holland hebben zich in de afgelopen weken in totaal 6 veehouderijen een aanvraag ingediend. Het betreft 1 pluimveehouderij, 2 melkveebedrijven en 3 varkensbedrijven. De Lbv-regeling is op 1 december gesloten, die van de Lbv-plus loopt nog door tot 5 april 2024.
Specificatie
RVO heeft 478 specifieke aanvragen voor de regeling Lbv-plus en 509 specifiek voor de Lbv-regeling ontvangen. 269 bedrijven dienden een aanvraag in voor één van beide. Van de 1.256 aanvragen zijn er 530 afkomstig van varkenshouderijbedrijven, 188 uit de pluimveehouderij, 337 aanvragen komen van melkveebedrijven en 129 van een vleeskalverenbedrijf. De overige 72 aanvragen komen van bedrijven met meerdere diersoorten ofwel gemengde bedrijven. Van de 530 aanvragende varkenshouders hebben 239 betrekking op de LBV-regeling, 157 op de LBV-Plus en 134 LBV of LBV-Plus.
Definitief
In totaal hebben 110 veehouders definitief besloten gebruik te maken van de Lbv-plus regeling. Daarvan zijn er 108 toegekend en twee zijn er afgewezen.
Nog geen beëindiging
Volgens de RVO geven de cijfers een beeld van de belangstelling voor de subsidies. Dit is niet hetzelfde als het aantal veehouders dat een of meer locaties gaat beëindigen en straks ook daadwerkelijk gaat beëindigen. RVO gaat de aanvragen namelijk nog beoordelen. Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, kunnen subsidie krijgen. Daarbij kunnen aanvragers op een later moment ook nog beslissen om niet mee te doen aan de subsidie. Pas als een veehouder wil meedoen met de subsidie, moet hij of zij die overeenkomst binnen zes maanden ondertekenen en terugsturen.