‘Beslistermijn definitieve deelname Lbv (plus) is veel te kort’
Bij de eerste ondernemers, die zich hebben aangemeld voor de Lbv (plus) regeling, zijn de beschikkingen inmiddels op de deurmat geploft. Zij staan nu voor een cruciale beslissing. Binnen zes maanden moeten zij besluiten of ze deel willen nemen aan de regeling. Het verkennen van de mogelijkheden rondom een verplaatsing/beëindiging vergt echter tijd. Om alle (on-)mogelijkheden te verkennen en te organiseren in deze zes maanden is een schier onmogelijke opgaven. „Er is een groeiende roep vanuit de sector naar het ministerie van LNV om de beslistermijn te verlengen”, stelt Marco Hof van DLV-Advies.
Uitdagend dilemma
„Met de beschikking in huis staan ondernemers voor een uitdagend dilemma. De termijn van zes maanden om te beslissen over deelname aan de verplaatsingsregeling lijkt veel, maar voor ondernemers die serieus overwegen te verplaatsen, is het een krappe deadline. Er zijn veel variabelen en onzekerheden die moeten worden afgewogen, vooral gezien de complexiteit van het verplaatsingstraject. Het verkennen van opties, van vergunningen tot ruimtelijke ordening, vergt zorgvuldigheid en tijd”, spreekt Marco Hof uit eigen ervaring.
Oproep: ‘LNV verleng beslistermijn’
De oproep aan het ministerie van LNV is duidelijk: verleng de beslistermijn voor ondernemers die serieus de mogelijkheid van verplaatsing willen onderzoeken. Het is in het belang van alle betrokken partijen om ondernemers voldoende tijd te geven. De verlenging moet synchroon lopen met de bekendmaking van de verplaatsingsregeling om realistische besluitvorming mogelijk te maken.
Complexiteit van verplaatsen
Marco Hof onderstreept dat de verplaatsing van een veehouderijbedrijf een ingrijpend proces is, met tal van juridische, logistieke en financiële overwegingen. „Een verantwoorde beslissing vergt niet alleen de nodige informatie, maar ook ruimte voor overleg en advies. De roep om een verlenging van de beslistermijn weerspiegelt de behoefte aan realistische mogelijkheden voor ondernemers die overwegen te verplaatsen. Een doordacht beleid, in samenspraak met de sector, is van essentieel belang om een soepele en rechtvaardige transitie te waarborgen,” besluit Hof.