Formerende partijen nog niet op één lijn over landbouw
In de motie sprak Holman de wens uit om zo snel mogelijk te komen met een stikstofreductieplan. De landbouw zit al vier jaar op slot, zei hij, en de natuur staat onder druk. Een reductie zou volgens hem bereikt kunnen worden met een combinatie van een kleinere veestapel, overheidsmaatregelen en innovatie.
Terwijl Holman deze motie voorlas, liep Van der Plas naar de interruptiemicrofoon. „Ik begrijp eerlijk gezegd niet zo goed waarom de heer Holman deze motie nú indient“, zei ze, „in een periode waarin de boeren echt het water aan de lippen staat en er overal boerenprotesten zijn. En dan komt de heer Holman met een motie voor krimp van de veestapel!“
Ze herhaalde nog eens dat de BBB de stikstofwet belachelijk vindt, en een hele nieuwe stikstofwet wil. „Ik vraag me af of de heer Holman weet wat hij doet.“
Holman was zich er zeker van bewust hoe de sector ervoor staat, zei hij. „Maar ik weet ook dat als je een oplossing wilt vinden, dat er keuzes gemaakt moeten worden.“ Veel boeren willen van het slot af, stelde hij, en accepteren daarom dat er een vorm van verkleining van de veestapel moet komen.
Daarbij, waarschuwde hij, als Nederland zo doorgaat, dan zit het land volgend jaar niet onder het plafond voor stikstof en fosfaat. Dan haalt het niet de natuurdoelen voor 2025, en gaat Nederland helemaal onderuit bij de evaluatie van de Nitraatrichtlijn in 2027. „En wat er dan gaat gebeuren, dat wilt u echt niet, mevrouw Van der Plas.“
Wolf
Eerder schuurde het ook al tussen BBB en PVV. Dat kwam toen Dion Graus de wolf verdedigde. „De mens doodt miljoenen dieren, en daar hoor ik nooit iemand over“, zei die. „Nu pakt de wolf een paar schapen, waar de boeren ook nog voor betaald krijgen, nota bene.“ De wolf hoort bij de Nederlandse natuur, stelde hij, en was er in Nederland eerder dan de mens. „Wij hebben het recht niet om dieren zomaar af te schieten.“
Van der Plas stond weer bij de interruptiemicrofoon. „Ik begrijp dat de heer Graus af wil van de hele veehouderij in Nederland“, zei ze. „Want wij hebben het recht niet om dieren te slachten.“
Volgens haar ging het er niet om dat een wolf geen schapen mag eten. „Het gaat erom dat die wolven die schapen niet opeten, maar verscheuren en in een enorm groot lijden achterlaten in de wei […] Het gaat erom dat hij één grote slachtpartij aanricht, waardoor de schapen soms urenlang lijden in de wei, half aangevreten, de darmen eruit.“
Maar volgens Graus gaat het om veel van die bijtincidenten niet om wolven. „Dat zijn gewoon huis-, tuin- en keukenhonden. Dat gebeurt ook hoor, dat hele roedels een dier verscheuren.“