Rekenkamer: NH3-beleid onvoldoende
De Algemene Rekenkamer beveelt de staatssecretarissen van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu aan om de milieuvoorschriften voor ammoniakuitstoot aan te scherpen om daarmee de stikstofneerslag te reduceren. Op termijn zijn wellicht verdergaande maatregelen nodig, zoals heroverweging van ruimtelijke doelen, zodat een keuze gemaakt kan worden waar veehouderij of natuurkwaliteit voorrang krijgt.
Reactie staatssecretarissen
Staatssecretaris Dijksma heeft mede namens haar collega van Infrastructuur en Milieu gereageerd op het rapport. Zij geeft aan dat zij de ammoniakuitstoot verder gaat beperken. Zij gaat niet in op de aanbeveling om in het ruimtelijk beleid een scherpere keuze te maken waar veehouderij en waar natuurkwaliteit voorrang krijgen.
Intensieve veehouderij
De intensieve veehouderij in Nederland bracht in 2011 ruim 9 miljard euro op. De sector houdt in totaal 156 miljoen dieren: 1.550.000 melkkoeien, 900.000 vleeskalveren, 12.400.000 varkens, 96.900.000 legkippen en 44.500.000 vleeskuikens.
In de mest die de dieren produceren zit ammoniak, die wanneer het in de natuur neerslaat als stikstof, problemen kan veroorzaken voor de biodiversiteit. Bepaalde soorten (kwetsbare natuur) kunnen niet overleven in een stikstofrijke omgeving. Deze natuur verdraagt maximaal 1000 mol stikstof per hectare. In Nederland slaat ongeveer 2000 mol per hectare neer.
Veel kwetsbare natuur ligt juist vlakbij gebieden waar veel intensieve veehouderij voorkomt. De stikstofneerslag is daardoor in deze gebieden hoger dan het landelijk gemiddelde.
LTO niet verrast
LTO Nederland is niet verrast over de conclusies en aanbevelingen uit het rapport van de Algemene Rekenkamer over de intensieve veehouderij. Dat overheidsmaatregelen op het terrein van ammoniak nog onvoldoende effect hebben, zegt niets over de inspanningen die veehouders al hebben gedaan.
Tegenovergesteld beeld
Het rapport gaat ook voorbij aan de resultaten die binnen de verschillende ketenkwaliteits-systemen reeds zijn geboekt. „Door te meten kom je steeds meer te weten. En dat heeft zijn eigen dynamiek. Dat zien we steeds weer. De conclusies van een andere studie geven soms een tegenovergesteld beeld. We kunnen met de Algemene Rekenkamer in ieder geval vaststellen dat de veehouderij al veel heeft gedaan”, aldus LTO-bestuurder Hans Huijbers.
Doorn in oog
De constatering van de Rekenkamer dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vertraagd is, is ook LTO Nederland een doorn in het oog. „We hebben aangedrongen op versnelling van de invoering van de PAS. We hopen echt dat PAS 2014 wordt ingevoerd. De constatering dat daarom vijf jaar niets is gebeurd, is niet waar. In de varkens -en pluimveehouderij is door nieuwe techniek meer dan 50 procent ammoniak uit stallen gereduceerd”, stelt de LTO-bestuurder. Maar ook door anders te voeren kunnen veehouders emissies aan stikstof en ammoniak verminderen. Als de PAS in werking treedt, zal voor alle veehouderijsectoren de uitstoot van ammoniak dalen.
Te eenzijdig
Volgens LTO legt de Rekenkamer de verantwoordelijkheid voor biodiversiteit te eenzijdig bij de veehouderij. De uitstoot van ammoniak is één van de bronnen voor stikstofdepositie. „Ook verkeer en industrie zijn een belangrijke bron. Dus moeten we het behalen en verbeteren van de natuurdoelen en de biodiversiteit veel breder aanvliegen en oppakken. Ook andere economische sectoren moeten meedoen”, aldus Huijbers.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Ingrid Zieverink