Minder kreupele dieren bij naaldloos injecteren
Ook bleek in dit onderzoek dat het van cruciaal belang is om de apparatuur bij naaldloos injecteren goed af te stellen. Wanneer alle apparatuur juist was afgesteld, werd bij naaldloze toediening van ijzer in deze onderzoeken een iets hoger HB-gehalte bereikt met een iets lagere spreiding.
Beperkte ijzervoorraad
Biggen worden geboren met een beperkte ijzervoorraad. Omdat zeugenmelk weinig ijzer bevat dient extra ijzer te worden toegediend. Van oudsher gebeurt dat per injectie, maar steeds meer bedrijven dienen ijzer naaldloos toe. Bij tekort aan ijzer ontstaat bloedarmoede (bleke biggen met slechtere groei) die gemeten wordt aan de hand van het hemoglobinegehalte (HB) in het bloed.
Eerder onderzoek
Bij eerder onderzoek werd op een bedrijf bij naaldloos toedienen van ijzer een hoger HB gehalte bereikt dan bij toediening per injectie. Ook lagen de Hb-waarden bij naaldloze toediening dichter bij elkaar (minder spreiding). Daarbij werd opgemerkt dat de zorgvuldigheid waarmee naaldloos toegediend wordt natuurlijk van het allergrootste belang is.
Vervolgonderzoek
In dit vervolgonderzoek van De Heus werd gewerkt met apparatuur van een andere fabrikant. Het onderzoek werd op vergelijkbare wijze uitgevoerd. Twee koppels biggen werden naaldloos en twee andere koppels met naald geïnjecteerd. Het ijzer werd daarbij in beide groepen toegediend op dag drie na de geboorte. Het Hb-gehalte werd in beide groepen op een leeftijd van negentien dagen oud gemeten.
Eerste reeks
Bij een eerste reeks bleek het voordeel uit te vallen in de richting van het toediening per injectie. Bij naaldloze toediening was de ijzerhoudende vloeistof nogal eens zichtbaar op de huid, werden lagere Hb-gehalten gevonden en was de spreiding groter. In een tweede reeks werd een wijziging aangebracht in de apparatuur. Het gemiddeld HB-gehalte bij gebruik van een naald bedroeg 7,7 mmol/l. Bij naaldloos toedienen was dit hoger en bedroeg het 7.9 mmol/l (verschil niet significant). De spreiding bij naaldloos enten was net iets minder.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Twan Wiermans