Zo is het effect van Mhyo vaccinatie het grootst
Er gebeurt nog steeds veel onderzoek naar deze kiem omdat vaccinatie zonder aanvullende maatregelen niet voldoende blijkt om de schade te beperken. De belangrijkste bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek zijn:
- Mhyo infecties verminderen de lokale afweer waardoor andere ziekteverwekkers longschade kunnen veroorzaken.
- Biosecurity maatregelen, zoals strikt all-in all-out werken én reiniging en desinfectie toepassen, zijn belangrijk om de infectiedruk laag te houden.
- Vaccinatie heeft enkel toegevoegde waarde als het vaccin op het juiste moment ingezet wordt.
- Jonge zeugen vormen een besmettingsbron voor biggen.
Jonge zeugen zijn vaak de oorsprong van een mycoplasma infectie bij een koppel biggen
Overdracht van infectie van Mycoplasma hyopneumoniae vindt plaats via neus-neus contact en over een kleine afstand via de lucht. In de praktijk stellen we vast dat jonge zeugen meestal de belangrijkste besmettingsbron voor biggen zijn. De oorsprong van een Mhyo infectie bij een koppel biggen ligt dus al in de kraamstal, waar de kiem wordt overgedragen van zeug naar big en vervolgens van big naar big. Hoe meer tomen besmet raken in de kraamstal, hoe vroeger en sneller de infectie zal spreiden bij de gespeende biggen.
Om de rol van de zeug als infectiebron zo klein mogelijk te houden, is het creëren van een stabiele zeugenstapel essentieel. Met een stabiele zeugenstapel wordt bedoeld dat er geen actieve Mhyo infecties zijn en de zeugen de kiem dus ook niet uitscheiden. De uitscheiding van Mhyo door een geïnfecteerd varken kan tot meer dan 200 dagen duren. Gelten zijn vaak vrij van Mhyo als ze op het zeugenbedrijf aankomen. Als ze vervolgens in de groepshuisvesting geïnfecteerd raken met Mhyo kunnen ze de bacterie lange tijd uitscheiden en de infectie zo verspreiden naar andere zeugen met een lage immuunstatus en ook naar de biggen in de kraamstal. Dat zorgt voor een onstabiele situatie.
Wat kan er van Mhyo vaccinatie verwacht worden?
Vaccins zijn geen wondermiddelen, maar onderdeel van het pakket aan maatregelen dat nodig is om de schade die deze infectieziekte veroorzaakt, te beperken. Vaccinatie kan Mhyo infectie namelijk niet voorkomen, maar het zorgt wel voor minder klinische symptomen, minder ernstige longschade en daardoor ook minder productieverliezen. Vaccinatie speelt ook een rol in het verlagen van de infectiedruk op een bedrijf
Mhyo vaccinatie is nu een basisvaccinatie bij de biggen. Op vermeerderingsbedrijven komt de vraag meestal van de afnemer. Op gesloten bedrijven hoort Mhyo vaccinatie in het standaard vaccinatieschema. Onder praktijkomstandigheden worden er bijna altijd enkele biggen besmet. Bij een lage infectiedruk, een goed stalklimaat, normale bezetting en dergelijke zullen de klinische klachten en productieverliezen gering zijn. Hoe minder er gemengd wordt en hoe kleiner het aantal dieren per hok, des te trager verloopt de verspreiding van de Mhyo infectie.
Hoe kunnen we de Mhyo vaccinatie optimaliseren?
Om een passende vaccinatiestrategie op een bedrijf te kiezen is het van belang om te weten wanneer de Mhyo infectie optreedt, hoe hoog de infectiedruk is, waar de infectie vandaan komt en in welke mate jonge biggen tegen de infectie beschermd zijn. Via bloedonderzoek kunnen we een aantal van deze vragen beantwoorden. De hoeveelheid antilichamen bij gelten, zeugen, biggen en vleesvarkens van verschillende leeftijden vertelt ons welke diergroepen immuniteit hebben opgebouwd, hoeveel maternale immuniteit de biggen opnemen en waar het infectiemoment ongeveer ligt.
Het eerste aspect om mee rekening te houden is het verwachte infectiemoment. Het heeft de voorkeur om minstens vier weken vóór infectie te vaccineren, zodat biggen voldoende tijd hebben voor immuniteitsopbouw. Het andere aspect is dat je graag zo laat mogelijk vaccineert om zo weinig mogelijk hinder te ondervinden van maternale interferentie. Daarmee wordt bedoeld dat maternale Mhyo-antilichamen die biggen via de biest opnemen, de werking van een Mhyo vaccin kunnen verminderen. De hoeveelheid maternale antilichamen in het bloed van de big daalt met de leeftijd. Bij vaccinatie op vier weken leeftijd speelt eventuele maternale interferentie daardoor veel minder dan bij vaccinatie op twee weken leeftijd.
Hoewel een enkele big al in de kraamstal besmet wordt, blijkt dat de meeste biggen pas met Mhyo geïnfecteerd worden aan het einde van de batterijperiode en in de vleesvarkensstal. In die gevallen kun je de timing van de biggenvaccinatie vooral laten afhangen van het niveau van maternale immuniteit. Als gelten en zeugen veel antilichamen doorgeven via de biest (onder andere door het effect van zeugenvaccinatie), kunnen biggen beter op iets latere leeftijd gevaccineerd worden, bijvoorbeeld rond vier à vijf weken leeftijd.
Intradermaal vaccineren
Er zijn vaccins die naaldloos intradermaal kunnen worden toegediend en geen of nauwelijks entreactie veroorzaken. Hierbij wordt het vaccin met een injectietoestel in de huid toegediend. Omdat er geen naald aan te pas komt ervaren varkens minder stress en pijn en is er een lager risico op verspreiding van ziektekiemen. Daarnaast bevat de huid veel afweercellen waardoor het vaccin direct wordt opgenomen wat leidt tot een snelle en goede immuunrespons.
Benieuwd naar het effect van vaccinatie op uw bedrijf of de status van uw zeugenstapel: neem contact op met één van onze specialisten; Josine Beek +31 6 8299 1395 of Eric van Esch +31 6 1431 0007
Tekst: Hipra
Beeld: Hipra
Bron: Hipra