Veelvoorkomende Hepatitis E bij varkens goed te beperken met hygiënemaatregelen
Het hepatitis E-virus (HEV) komt veel voor bij varkens. Het virus maakt de varkens niet ziek, maar ze kunnen het virus wel overdragen op mensen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als mensen contact hebben met varkens, varkensmest (ook wilde zwijnen) of rauwe varkensvleesproducten eten waarin varkenslever is verwerkt. De meeste mensen die besmet zijn met dit virus hebben geen ziekteverschijnselen. Mensen die al een medische aandoening hebben kunnen makkelijker klachten krijgen van een hepatitis E-infectie. Bij mensen kan het virus vervolgens leiden tot buikpijn, koorts en leverontsteking. Aanleiding voor Marina Meester om te onderzoeken hoe varkenshouders de verspreiding van het virus kunnen beperken. In Nederland wordt er echter geen of nauwelijks rauw varkensvlees geconsumeerd, zoals bijvoorbeeld wel in Beieren en Oostenrijk.
Opmerkelijke verschillen
Meester onderzocht slachtvarkens van 207 varkensbedrijven. Bij al deze bedrijven bleek HEV aanwezig te zijn: een deel van de varkens had een HEV-infectie of had deze in het verleden gehad en was daardoor nu immuun. Toch waren er opmerkelijke verschillen tussen de bedrijven. De meeste varkensbedrijven leverden groepen varkens voor de slacht waarbij in elke groep infectie of immuniteit tegen HEV voorkwam. Sommige bedrijven waren echter in staat groepen varkens te leveren zonder HEV. Meester vergeleek vervolgens twee bedrijven met een groot contrast. Hierbij bleek het virus bij één bedrijf in alle hokken aanwezig te zijn, terwijl het andere bedrijf het virus in twee van de drie onderzochte afdelingen buiten wist te houden. Het verschil kwam door de hygiënemaatregelen die dit bedrijf had getroffen.
Verspreiding beperken
Varkenshouders kunnen verschillende maatregelen nemen om het virus minder kans te geven zich te verspreiden. Voorbeelden zijn het inrichten van aparte afdelingen om varkens te scheiden, het gebruiken van schone laarzen en materialen in iedere afdeling en het bestrijden van vliegen en ongedierte. Deze maatregelen kunnen infecties van varkens terugdringen en daarmee mogelijk ook de overdracht van het virus van varken op mens beperken. „Een combinatie van maatregelen is daarbij cruciaal”, aldus Meester. „Als je maar één maatregel uitvoert, dan komt het virus op een andere manier toch binnen.”
Het is een uitdaging dat de maatregelen alleen werken als ze consequent worden toegepast. „Zelfs als je een maatregel maar één dag vergeet, dan kan het virus al binnenkomen en zich snel verspreiden tussen hokken.” Afgezien hiervan zijn de maatregelen niet moeilijk in te voeren. Het advies van Meester is dan ook om ze nu al zoveel mogelijk te implementeren. Daarmee kunnen varkenshouders niet alleen HEV inperken, maar mogelijk ook andere ziekteverwekkers beter onder controle krijgen.
Paraatheid
Op dit moment zijn er in Nederland weinig infecties van mensen met HEV en is het risico voor de volksgezondheid laag. Toch zijn de bevindingen van het onderzoek relevant. „We zijn nu beter voorbereid als het virus verandert en zich daardoor mogelijk sneller verspreidt onder mensen of ernstigere symptomen veroorzaakt. In het verleden hebben we gezien dat dierziektes ineens kunnen opkomen bij mensen en we wisten dan niet goed wat we moesten doen. Met dit onderzoek hebben we meer paraatheid gecreëerd voor HEV uitbraken.”