Column: Het is stil aan de overkant
We komen samen verder als we ons kunnen verplaatsen in de ander. Een goed gesprek kan leiden tot mooie inzichten. Soms blijft het stil aan de overkant, of het is juist een enorme takkenherrie. Ik krijg vaak het verwijt voor eigen parochie te preken. Ik leef namelijk van de veehouderij in Nederland, dus mijn mening is gekleurd. Dat klopt, maar juist doordat ik ervan leef ben ik zeer betrokken en voel ik waar het in de praktijk om gaat. Dat belang heeft dus een positieve keerzijde voor mijn meningsvorming. Dat ik een belang in de veehouderij heb, steek ik nooit onder stoelen of banken. Toch wil ik ook graag weten wat er in het andere kamp leeft en of ik mijn mening misschien moet bijstellen, op basis van feiten.
Mensen die niet meegaan in zijn duurzaamheidsvisie worden weggezet als onwetend of populist
Professor Jan Rotmans is van het andere kamp, hij heeft bijvoorbeeld Urgenda opgericht. Hij is ook professor in de transitiekunde en duurzaamheid en weet dus als geen ander wat onze maatschappij nu doormaakt. Als wetenschapper bekijkt hij de zaak van alle kanten en daagt zichzelf uit zijn mening continu aan te scherpen. Rotmans schrijft hier boeken over, dus die ben ik maar eens gaan lezen. Ik ben ongeveer halverwege het boek ‘Omarm de chaos’ (de titel spreekt me aan) gekomen en heb het toen teleurgesteld dichtgeslagen. Deze man is professor, maar schrijft vanuit een duidelijke politieke voorkeur. Mensen die niet meegaan in zijn duurzaamheidsvisie worden weggezet als onwetend of populist. Rotmans gebruikt veel populaire termen en bijvoeglijke naamwoorden die zijn mening niet bepaald verbloemen. Ik had van een professor in de transitiekunde een betere, gebalanceerde analyse verwacht die los staat van zijn politieke mening. Hij diskwalificeert hiermee niet alleen zichzelf, maar de hele wetenschap.
Gelukkig hadden we op de ledenvergadering van Nevedi (Nederlandse Vereniging van Diervoederfabrikanten) een nieuwe DG (Directeur Generaal) van het ministerie van landbouw, natuur en visserij op bezoek. Een DG is een hoge ambtenaar die niet-politiek gekleurd zijn werk doet. Ik laat zijn naam hier weg vanwege het feit dat ik hem niet persoonlijk wil aanvallen, maar dat het mij om de systeemfout gaat.
Hoopvol wachtend op een duidelijk verhaal van een belangrijke man van het ministerie waar we het meest afhankelijk van zijn, kwam de eerste teleurstelling al bij zijn persoonlijke introductie: hij werkte nog maar een paar maanden voor het ministerie en had helemaal geen kennis van en ervaring met landbouw. Dat geeft niet, want voor hem was dit een leuke, uitdagende baan (het was pas zijn 8e uitdaging in 27 jaar, volgens LinkedIn). De uitdagingen in deze baan zaten in de transitie van het landelijk gebied, de stikstofproblematiek en de voedselzekerheid. Die laatste zou trouwens wel eens de V in ministerie van LNV kunnen worden. De visserij was niet meer zo’n zekerheidje. Doel van zijn baan was zorgen dat we in 2050 binnen de planetaire grenzen voedsel produceren en dat we meer plantaardig voedsel gaan consumeren. Dat gaat natuurlijk niet zomaar, maar met een grondgebonden melkveehouderij, een dierwaardige veehouderij, een 30 procent kleinere veehouderij en alternatieve eiwitten (waarschijnlijk niet uit de veehouderij) moet het kunnen.
Waarom zou een DG schrikken van een verkiezingsuitslag? Hij is toch aangenomen om uit te voeren wat de democratie wil?
Uiteraard zijn krimp en extensivering niet de enige instrumenten die we kunnen inzetten. De Nederlandse landbouw is wereldtop en erg innovatief, dus daar kunnen we ook wel wat mee, volgens de DG. Bijvoorbeeld meer sturen op data om zodoende preciezere landbouw te beoefenen, of mestverwerking om het mestoverschot te reduceren en nog andere innovaties. De overheid moet dan haar vergunningverlening ook innoveren, maar dat is wel lastig. Ook jammer dat deze DG was geschrokken van de verkiezingsuitslag en de formatie die nu loopt. Deze partijen zetten wel meer in op innovatie, maar zouden de processen die moeten leiden tot een betere natuur stil kunnen zetten. Waarom zou een DG schrikken van een verkiezingsuitslag? Hij is toch aangenomen om uit te voeren wat de democratie wil?
In zijn verdere betoog ontwaarde ik niet veel steun voor onze ideeën of zelfs het alleen maar willen luisteren naar onze ideeën. Als je zegt: ‘We gooien met miljarden en boeren blijven maar protesteren’ en ‘tot nu toe heeft de politiek niet ingegrepen’, geeft dat mij weinig vertrouwen dat er enig begrip is voor de weerstand en dat het ministerie openstaat voor een serieus gesprek. Jan Rotmans geeft er in (de eerste helft van) zijn boek ook geen oplossing voor. Volgens deze DG hoeven we van Brussel ook niets te verwachten en verliezen we daar de discussie van landen die het wel leuk vinden dat Nederland in deze hoek wordt gedreven. De top van ons ministerie slaat het blijkbaar machteloos gade. Minder dieren is de enige oplossing en dat moeten we dan gewoon anders financieren. Hoe, dat wist hij niet, maar ik vermoed dat hij de Rabobank met zijn nieuwe directeur Food & Agri hierbij wel aan zijn zijde vindt.
Een lichtpuntje in zijn betoog was wel dat het ministerie te weinig naar de keten had gekeken tot nu toe. Die keten lijdt ook onder de sanering en die keten heeft oplossingen. Of ik nu werkelijk iets kan verwachten van onze overheid betwijfel ik, maar het is wel mooie input voor ons hoger beroep in de rechtszaak tegen de staat. De overheid gaat blijkbaar wel mee in ons betoog dat ze slordig handelt en niet alle consequenties van haar saneringsbeleid overziet.