Fokkerij is op termijn oplossing berengeur
Door fokkerijorganisatie Topigs is al een concept op de markt geïntroduceerd onder de naam Nador. Van der Fels zegt op de website www. boars2018.com dat veel kenmerken van dieren erfelijk zijn. Door dieren met gewenste kenmerken te kruisen, neemt een eigenschap per generatie toe of af. Daarom worden fokgegevens van dieren opgeslagen in indexen. Fokkers hebben via speciale computerprogramma’s toegang tot deze genetische informatie. Zij kunnen die inzetten voor hun eigen fokprogramma’s.
Androstenon en skatol
Wageningen UR is nauw betrokken bij het onderzoek om fokprogramma’s te verbeteren. In die hoedanigheid is ook onderzocht of het mogelijk is om met aangepaste fokprogramma’s de kans op berengeur te verminderen. Bennie van der Fels: „We hebben onderzocht of er bepaalde kenmerken in het DNA zijn, die het risico op berengeur aangeven. Deze zogenaamde genomische informatie kan dan ook gebruikt worden voor selectieprogramma’s op berengeur. Berengeur wordt veroorzaakt door ondermeer androstenon en skatol. De hoeveelheid van deze stoffen verschilt per varken en wordt voor een deel bepaald door erfelijke aanleg. Die kennis maakt het mogelijk om eindberen te sorteren waarvan de niet-gecastreerde nakomelingen 40 procent minder berengeur produceren.
Uitbreiden met zeugen
Van der Fels sluit niet uit dat wanneer het fokprogramma voor berengeur wordt uitgebreid richting zeugenlijnen de kans op berengeur teruggedrongen zou kunnen worden tot en met 60 procent. Dit traject wordt nu verder onderzocht. Daarbij wordt ook gekeken naar de relatie met andere eigenschappen die van belang zijn voor zeugenhouders zoals worpgrootte en het aantal grootgebrachte biggen per jaar.
De markt
Het opnemen van berengeur in de huidige fokprogramma’s wordt uiteindelijk bepaald door de markt. Zodra er vanuit de keten een financiële prikkel komt voor varkenshouders om beren te leveren met minder kans op berengeur dan zullen fokkerijconcepten versneld in de praktijk gebracht worden.
Tekst: Ruben van Boekel
Beeld: Susan Rexwinkel